Waart er een ‘naheffingsspook’ door uw aangifte inkomstenbelasting?
In 2013 werd besloten de arbeidskorting te versoberen. Hoewel de arbeidskorting zelf maandelijks is verrekend, is het mogelijk dat werknemers met een inkomen vanaf € 40.248 te maken krijgen met een naheffingsaanslag.
De uiteindelijke afrekening vindt immers pas plaats bij de aangifte IB. Het op de jaaraangifte 2013 vermelde bruto jaarinkomen en de toegepaste arbeidskorting, worden door de werknemer overgenomen bij de IB aangifte. De korting zelf is sinds vorig jaar inkomensafhankelijk en via de loonaangifte verrekend (kolom 18 van de loonstaat). Hoewel dat sluitend lijkt, is daarbij geen rekening gehouden met (onder andere) een eventuele eindejaarsuitkering, overwerk-vergoedingen en/of aanvullend salaris van andere werkgevers. Juist die factoren kunnen het inkomen opvoeren, waardoor de arbeidskorting lager uit zal vallen. Dit effect treedt uitsluitend op bij werknemers met een inkomen van € 40.248 bruto of meer. Het maximale verschil is € 1.173 per jaar voor inkomens van € 65.000 en hoger.
Naheffen en afbouwen
De Belastingdienst controleert de aangifte IB en bepaalt vervolgens of de verleende arbeidskorting correct is. Is dat niet het geval, dan ontvangt de werknemer een naheffingsaanslag tot een maximum van € 1.173. Het is overigens de bedoeling om de arbeidskorting voor de hogere inkomens volledig (naar nul) af te bouwen. In 2014 is de minimale arbeidskorting voor deze inkomens alvast verder verlaagd, namelijk tot € 367.